Essay over de Emancipation Proclamation Act

In het kader van de minor Amerikanistiek aan de Universiteit van Utrecht schreef ik een essay over president Lincolns Emancipation Proclamation Act. Hier kreeg ik een 7,5 voor.

Essay: Abraham Lincoln en het einde van de slavernij.

De Emancipation Proclamation Act, die president Abraham Lincoln schreef, is natuurlijk al onderwerp van vele discussies geweest. De grote vraag is natuurlijk: kunnen we president Lincoln zien als de “Great Emancipator”, zoals hij genoemd wordt, of is deze erenaam onterecht. In mijn essay probeer ik een antwoord te geven op die vraag.

Naar mijn mening speelde de Emancipation Proclamation een enorm grote rol bij de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten. Natuurlijk kan er altijd worden gekeken naar de reikbaarheid van het document, ging de Act bijvoorbeeld wel ver genoeg? Het had namelijk alleen effect op de staten die afvallig waren, waardoor het geen invloed had op diegene die zich de Verenigde Staten niet de rug toekeerde. Toch kun je zeggen dat de Act in ieder geval een begin maakte aan het beëindigen van de slavernij in Amerika, een maatregel die in de daaropvolgende jaren natuurlijk verder is voortgezet. Daar komt nog bij dat de zwarte bevolking de Emancipation Proclamation met “feesten” begroette, zo valt er te lezen in de tekst “The Emancipation Proclamation: An Act of Justice”, van John Hope Franklin. Hij schrijft daarin: “In New York the news of the Proclamation was received with mixed feelings. Blacks looked and felt happy, one reporter said, while abolitionists looked glum and grumbled …that the proclamation was only given on account of military necessity. Within a week, however, there were several large celebrations in which abolitionists took part.” Dit is uiteraard slechts één voorbeeld, maar duidelijk is dat veel zwarten de Proclamation met blijdschap ontvingen. Bovendien volgt er nog een belangrijke, veelzeggende zin: “The Proclamation may not free a single slave,” aldus een priester, “but it gives liberty a moral recognition.”

En dat is naar mijn mening de kern. Er zullen vast en zeker, ik zal daar later op terugkomen, veel verschillende redenen zijn geweest voor president Lincoln om de Emancipation Proclamation uit te doen gaan. Maar voor het eerst in de Geschiedenis is er in ieder geval een president die een begin wilt maken aan de afschaffing van de slavernij.

McPherson stelt in de tekst “The Role of Abraham Lincoln in the Abolition of Slavery” allereerst dat Lincoln, volgens James G. Randall, de emancipatie van slaven op een voorzichtige en kalme manier wilde uitvoeren. Hij zou gezegd hebben dat hij “dangerous extremes” wilde voorkomen, en zijn doelen wilde bereiken door “the spirit of compromise”. De president zou volgens Randall meer geloven in evolutie dan in revolutie. Al beweren sommigen weer dat hij zorgde voor de grootste sociale en politieke revolutie in dat tijdperk. In beide gevallen lijkt mij in ieder geval dat Lincoln in zijn doel slaagde. Volgens McPherson drongen abolitionisten en Republikeinen er bij de president op aan om de slavernij af te schaffen en een nieuwe orde in het Zuiden te creëren. Volgens hen, de abolitionisten, is het probleem van de eerste Amerikaanse revolutie dat alleen de blanke Amerikanen van de Engelen bevrijd weren, en de zwarte Amerikanen niet van de slavernij.

McPherson zegt in de tekst dat president Lincoln altijd al fel tegen de slavernij was (“als dat niet fout is, dan is niks fout”, zou hij gezegd hebben), maar hij was gebonden aan de constitutie, daarin was slavernij als instituut beschermd. Hoewel de Zuidelijke staten dus in opstand waren gekomen, konden ze nog steeds aanspraak maken op hun rechten in de grondwet. Hoewel Lincoln meerdere malen fel aandrong bij Congresleden van Zuidelijke staten om zich neer te leggen bij een geleidelijke emancipatie, haalde hij keer op keer bakzeil. Uiteindelijk stelde hij een ultimatum in: of de staten zouden zich bij een geleidelijke emancipatie neerleggen, of ze zouden weggevaagd worden door de komende revolutie. Toen ze opnieuw weigerde te buigen begon president Lincoln te werken aan een Emancipation Proclamation.

Met andere woorden: het was president Lincoln die uiteindelijk de eerste stap zette richting de afschaffing van slavernij. Verder stelt de auteur ook nog dat het “oude cliche” dat geen enkele slaaf bevrijd werd omdat de Act alleen maar van invloed zou zijn op de confederale staten, “compleet het punt mist”. Volgens McPherson zorgde de proclamatie voor een revolutionaire oorlog die erop gericht was een einde te maken aan slavernij. En dat hij hierin bereid was om ver te gaan blijkt wel uit het feit dat hij zwarte Amerikanen opnam in het leger om te vechten tegen hun “oude meesters”, iets wat natuurlijk de grootste ramp was voor de antiabolitionisten. In zijn slotwoord zegt McPherson nog dat niet alleen de uitvoerende machten of de wetgeving zelf de oorzaak zijn van de ondergang van de slavernij, maar de slaven ook een belangrijk onderdeel waren. Die waren ervan overtuigd dat ze vrij hoorden te zijn. Alleen is na het lezen van zijn tekst naar mijn mening nog steeds overduidelijk dat zonder president Lincoln het zover niet gekomen was. De slaven vonden, neem ik aan, al vanaf het allereerste begin dat ze vrij hoorden te zijn, alleen toen was de tijd blijkbaar nog niet rijp voor een revolutie.

Dan Ira Berlin, zij schrijft dat de slaven zich ervan bewust waren dat hun toekomst rustte op de uitkomst van de burgeroorlog. Ze zegt dat ze wachtten totdat ze het militaire conflict voor hun eigen voordeel zouden kunnen gebruiken. En juist door hun moed – en het feit dat ze voor de federale overheid ten strijde trokken, en weigerde zich te laten rekruteren door de Zuidelijke staten – was volgens Berlin hun emancipatie onvermijdelijk geworden. Ze schrijft: “And slaves – whose persistence forced federal soldiers, Union and Confederate policy makers, and even their own masters onto terrain they never intended to occupy – become the prime movers in securing their own liberty.” Iets dat steeds grotere vormen aannam: “Almost as soon as they reached the safety of federal lines, they began plotting to return home and liberate families and friends.” Uiteindelijk was het natuurlijk niet alleen de opstand van de slaven zelf, die bijdroeg aan hun emancipatie, ook het feit dat de Noordelijke staten inzagen dat ze belangrijk – en veel – werk deden, droeg bij aan een brede consensus.

Over president Lincoln is ze duidelijk, hij had volgens haar in ieder geval niet de gewenste controle ten aanzien van het conflict. “The rumblings of congressional radicals were only one indication of the Lincoln administration’s difficulty in sustaining a consistent policy regarding slavery”, aldus Berlin.

Hoewel beide historici natuurlijk goede argumenten aandragen om hun standpunten kracht bij te zetten, vind ik dat ze beiden aan belangrijke punten voorbijgaan. Zo vertelt McPherson over de politieke strubbelingen in Washington, terwijl veel van wat er “outside D.C.” gebeurt niet aan de orde komt. Het tegenovergestelde is waar van Berlin, die prachtige heroïsche verhalen verteld, maar zonder de politieke besluitvorming in Washington blijft het slechts bij dit soort verhalen. Toch kan ik me het best vinden in de visie van McPherson, gezien ik denk dat zonder president Lincoln de emancipatie van de slaven destijds totaal niet aan de orde was gekomen op deze schaal. Opstanden zijn natuurlijk prachtig, maar zonder dat de wetgevende macht zich er iets aan gelegen voelt bereik je er – vaak – weinig mee. Daar komt bij dat veel slaven juist door president Lincoln hoop hadden op een betere toekomst. Het feit dat hij het toejuichte dat de zwarte Amerikanen zich bij het federale leger zouden voegen gaf velen een extra stimulans om te vechten voor hun vrijheid. Ook zouden vele opstanden nooit geboren zijn als er, door president Lincoln, geen mogelijkheid was om uit de slavernij te breken.

Vandaag de dag is de vraag naar de verantwoordelijkheid voor de afschaffing van de slavernij nog steeds van belang omdat veel Afro-Amerikanen nog steeds leven als tweederangs burgers. Dit voert natuurlijk de vraag naar wie er als “held” gezien kan worden als het gaat om hun bevrijding. De zwarte bevolking zelf? Of de regering? Ik denk dat beide zich er veel aan gelezen zijn om deze vraag in hun voordeel te beantwoorden. De zwarte Amerikanen omdat ze vandaag de dag gemiddeld nog steeds niet evenveel betaald krijgen als hun blanke landgenoten, ze met miljoenen in getto’s wonen en de gevangenissen overvol zitten met hun familie en vrienden. En de Amerikaanse regering omdat ze opstanden van de zwarte bevolking, zoals de rassenrellen van ’93 in Los Angeles, absoluut willen voorkomen. Als je het boek “Stupid White Men”, van Michael Moore leest, vliegen deze cijfers je als warme broodjes om de oren. En niet alleen de statistieken wijzen uit dat veel zwarte Amerikanen het nog steeds slecht hebben. Kijk maar eens naar de overstromingen in New Orleans, na de desastreuze orkaan Katrina. Duizenden Afro-Amerikanen werden dagenlang aan hun lot overgelaten, het gebied leek niet alleen een derdewereldland, het was het ook. Een pijnlijk voorbeeld van hun tweederangs positie in de Amerikaanse samenleving van vandaag. Laatst las ik het boek “In Alle Staten”, van Max Westerman, waarin hij zijn ervaringen als RTL-journalist in New Orleans beschreef. Ook hij kwam tot de conclusie dat, als het een blanke stad zou betreffen, de hulp vele malen sneller te plaatse was gekomen.

Dit alles voedt natuurlijk de vraag naar de verantwoordelijkheid voor de afschaffing van de slavernij. Uiteindelijk denk ik, na de stukken gelezen te hebben, dat zowel president Lincoln als de slaven zelf een belangrijk aandeel in de afschaffing van de slavernij hebben. Maar je kunt denk ik best zeggen dat president Lincoln de voorzet gaf, en de slaven hem inkopten. Doelpunt.

Lees ook:Trailer Spielberg’s “Lincoln” uit.
Lees ook:Obama: geen herstelbetalingen voor slavernij
Lees ook:Obama: slavernij ergste gebeurtenis ooit in VS
Lees ook:Peiling: “0% zwarte kiezers van plan op Romney te gaan stemmen”
Lees ook:Lijst met producties in mijn Afstudeerdossier

0 reacties op “Essay over de Emancipation Proclamation Act