De aandacht richtte zich bij de Amerikaanse voorverkiezingen van dit jaar voornamelijk op de strijd bij de Republikeinen, waar een tegenstrever voor president Obama moest worden geselecteerd.
Dat de democraten ook voorverkiezingen houden, ontsnapt bij de meeste mensen aan de aandacht. Dat is ook niet verwonderlijk, want president Obama heeft geen echte tegenstander en wint tot nu toe alle staten. Toch is er iets opmerkelijks aan de hand in een aantal zuidelijke staten.
In deze staten, zoals West Virginia, Arkansas en Kentucky, waar Hillary Clinton vier jaar geleden met overmacht de voorverkiezingen won, krijgt Obama namelijk een opmerkelijk laag aantal stemmen.
In West Virginia bijvoorbeeld, waar begin deze maand gestemd kon worden, won Barack Obama met 59 procent van de stemmen. De overige 41 procent gingen naar Keith Judd. Deze Judd zit een gevangenisstraf uit van 17 jaar wegens afpersing. Ook in de staat Arkansas kreeg Obama ongeveer 60 procent van de stemmen, zijn tegenstrever hier is een onbekende advocaat die nog nooit een politieke functie heeft bekleed.
De reden dat Democratisch stemmers liever op dergelijke lieden stemmen dan op de president is volgens deskundigen duidelijk. Zeker, het zijn arme, conservatieve staten die in november ongetwijfeld op Mitt Romney gaan stemmen, maar belangrijker is dat een groot deel van de bevolking weigert op een zwarte kandidaat te stemmen. Deze racistische tendensen komen nog steeds veel voor in het oude zuiden, bij veel staten valt dit echter minder op aangezien er een grote zwarte bevolkingsgroep woont die bijna unaniem op Obama stemt.
In West Virginia en Arkansas is dat dus niet het geval, en dus moet Obama het doen met een krappe overwinning. Echter, ook een krappe overwinning is een overwinning.
Lees ook:Obama en McCain winnen overtuigend
Lees ook:Democraten hopen op succes in Zuidelijke staten
Lees ook:Gaat Pennsylvania het verschil maken?
Lees ook:Democraten omzeilen Florida en Ohio in November
Lees ook:North Carolina en Indiana geven de doorslag